Worden er stiefkinderen gemaakt?
Het afgelopen half jaar heb ik in het kader van de afronding van de opleiding HBO-Rechten een afstudeeronderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Winters Mediation. Het onderwerp van het onderzoek betreft de erfrechtelijke positie van stiefkinderen en juridische kinderen. In samenspraak met advocaat en mediator Gudrun Winters van Winters Mediation is dit onderwerp gekozen. Winters Mediation ontvangt in toenemende mate vragen die verband houden met de erfrechtelijke positie van het stiefkind.
De titel van het onderzoek luidt: “Worden er stiefkinderen gemaakt in het erfrecht? “. Dit is afgeleid van een uitspraak die mijn oma vaak deed: “Je mag geen stiefkinderen maken”. Het betekent dat er niemand mag worden overgeslagen. Naar mijn mening een mooi uitgangspunt voor het onderzoek naar de verschillen in erfrechtelijke positie van stiefkinderen en juridische kinderen. In deze blog wordt u geïnformeerd over de erfrechtelijke positie van stiefkinderen.
Wanneer heeft een stiefouder een onderhoudsplicht?
Het gezin is in Nederland nog steeds een populaire samenlevingsvorm, maar het traditionele gezin – vader, moeder en kinderen – is niet meer vanzelfsprekend. In de huidige samenleving worden samengestelde gezinnen, ook wel stiefgezinnen gevormd. Een samengesteld gezin is een gezin waarbij tenminste één van de partners kinderen heeft uit een vorige relatie en vervolgens een gezin vormt met een nieuwe partner. Een dergelijk gezin ontstaat vaak na echtscheiding of overlijden van één van de ouders. Door het vormen van een samengesteld gezin ontstaan er stiefouders en stiefkinderen. Een stiefouder is alleen tijdens een huwelijk of het geregistreerd partnerschap verplicht tot het onderhouden van het minderjarige stiefkind dat deel uitmaakt van het gezin.
Dit betekent dat als u alleen samenwoont u niet verplicht bent tot het onderhouden van het kind van uw partner. Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, maar het kind van uw partner woont bij de ex partner, hoeft u ook geen bijdrage te leveren in de onderhoudskosten. Op het moment dat het huwelijk of het geregistreerde partnerschap ophoudt te bestaan, eindigt ook de verplichting van de stiefouder tot het onderhouden van het stiefkind.
Wie erft van een stiefouder?
Een stiefkind erft nooit van rechtswege van een stiefouder. Dit betekent dat als u als stiefouder overlijdt uw stiefkind, met toepassing van het wettelijke erfrecht, niet optreedt als erfgenaam. Misschien leeft u al lange tijd samen met uw stiefkind en heeft u de wens dat na uw overlijden uw stiefkind en een eigen kind gelijk worden behandeld. In de wet is hiervoor een mogelijkheid opgenomen. Het betreffende artikel heeft als doel de gelijke behandeling van stiefkinderen en eigen, juridische kinderen op het gebied van het erfrecht.
Als u een stiefkind als eigen kind wil behandelen voor uw erfenis, is het vereist dat u dit opneemt in een testament. Er zijn echter belangrijke erfrechtelijke aspecten waarmee rekening gehouden dient te worden.
Als u als stiefouder een stiefkind als eigen kind betrekt in de wettelijke verdeling, vindt er, als hierover niets is bepaald in een testament, testamentaire plaatsvervulling plaats. Dit betekent dat als bijvoorbeeld uw stiefkind eerder overlijdt dan u, de afstammelingen van uw stiefkind optreden als erfgenaam. Als u dit niet wenst kunt u dit uitsluiten in uw testament.
In de wet is bepaald dat een stiefkind ook na beëindiging van het huwelijk of het geregistreerde partnerschap aangemerkt blijft als stiefkind in het erfrecht. Dit heeft als gevolg dat op het moment dat u uw stiefkind als eigen kind aanmerkt in het erfrecht, deze ook na beëindiging van het huwelijk of het geregistreerde partnerschap mee erft van u als stiefouder. Als u dit niet wenst kunt u dit in een testament uitsluiten.
Hoe is de positie van uw kinderen ten opzichte van uw nieuwe partner na uw overlijden?
In de wet is bepaald dat op het moment dat het wettelijke erfrecht van toepassing is, de gehele nalatenschap overgaat op de langstlevende echtgenoot. Dat betekent dat op het moment dat u overlijdt de gehele nalatenschap overgaat op uw echtgenoot of geregistreerde partner. Uw kinderen hebben een in beginsel niet opeisbare vordering op de langstlevende echtgenoot. Deze vordering is in de meeste gevallen pas opeisbaar op het moment dat de langstlevende echtgenoot overlijdt. In de tussentijd kan en mag de langstlevende alles opmaken en is het risico dat er weinig of niets overblijft van uw erfenis op het moment dat de langstlevende overlijdt.
Als de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner een stiefouder van uw kinderen is, kan dit leiden tot onaangename situaties. Mocht u namelijk eerder overlijden, dan zou met toepassing van het wettelijke erfrecht de gehele nalatenschap overgaan op de stiefouder. Dit betekent dat ook alle persoonlijke eigendommen, waaronder bijvoorbeeld dierbare sieraden van de eerst overleden echtgenoot in handen komen van de stiefouder. Dit wordt het stiefoudergevaar genoemd. Als dit het geval is kunnen (stief)kinderen hun rechtspositie versterken. Dit kan door het inroepen van de zogenoemde wilsrechten. Als een (stief)kind een wilsrecht inroept wordt de (stief)ouder verplicht tot het overdragen van goederen die een waarde dragen van ten hoogste het erfdeel die het (stief)kind zou ontvangen. Hierdoor kan een (stief)kind bijvoorbeeld het schilderij van oma opeisen. Het inroepen van een wilsrecht heeft als gevolg dat u als (stief)ouder de goederen mag blijven gebruiken, maar het (stief)kind juridisch eigenaar van de goederen is.
Een belangrijk verschil tussen een eigen juridisch kind en een stiefkind is dat een stiefkind dat als eigen kind wordt aangemerkt in de wettelijke verdeling, maar twee wilsrechten kan inroepen. De wetgever heeft wel een mogelijkheid gecreëerd om de wilsrechten van een juridisch kind en een stiefkind gelijk te stellen.
Kun je (stief)kinderen onterven?
U kunt als (stief)ouder besluiten een kind te onterven. Een kind kan dan alleen nog aanspraak maken op een legitieme portie. De legitieme portie is een vordering in geld en bedraagt de helft van het erfdeel van wat het kind zou ontvangen als het niet onterfd zou zijn. Een stiefkind heeft geen recht op een legitieme portie. Dit heeft als gevolg dat een stiefkind geen beroep kan doen op een legitieme portie bij het overlijden van de stiefouder. In de wet is wel een regeling opgenomen die stiefkinderen beschermt tegen aanspraak in geld door juridische kinderen. De wet bepaalt dat een stiefkind de giften die hij heeft ontvangen of bij testament is nagelaten niet hoeft af te staan aan een juridisch kind dat een legitieme portie opeist.
Uit voorgaande kan worden geconcludeerd dat de erfrechtelijke positie van stiefkinderen niet gelijk is gesteld met de erfrechtelijke positie van een juridisch kind. Zonder testament heeft een stiefkind geen recht op een deel van de erfenis van de stiefouder. Voordat u besluit tot het opnemen van uw stiefkind in een uiterste wilsbeschikking is het van belang dat u op de hoogte bent van de juridische haken en ogen die hiermee gepaard kunnen gaan.
Winters Mediation kan u hierin voorzien van passend advies. Neem daarvoor gerust contact met ons op!
Auteur: Lindelie Meijer